naar hoofdtekst gaan

Stel de papiergegevens voor de achterste lade/cassette in nadat u papier hebt geplaatst

Als u het klepje over de invoersleuf sluit nadat u papier hebt geplaatst of een cassette in de printer plaatst nadat u papier hebt geplaatst, wordt het scherm voor het instellen van het type en formaat van het papier weergegeven. Stel de papiergegevens in op basis van het type en formaat van het geplaatste papier.

Om onjuiste afdrukken te voorkomen, biedt deze printer een functie die detecteert of de gegevens die zijn ingesteld voor het papier in de achterste lade of cassette, overeenkomen met de papierinstellingen. Selecteer de papierinstellingen in overeenstemming met de papiergegevens voordat u gaat afdrukken. Als deze functie is ingeschakeld, wordt een foutbericht weergegeven als deze instellingen niet overeenkomen om zo onjuiste afdrukken te voorkomen. Als dit foutbericht wordt weergegeven, controleert en corrigeert u de papierinstellingen.

U controleert de papiergegevens voor de achterste lade of de cassette door het scherm met papiergegevens weer te geven op het bedieningspaneel.